De claim dat cloud goedkoop lijkt, maar makkelijk veel duurder kan zijn dan een onpremise of colocatie oplossing is alles behalve nieuw. Over de jaren is de argumentatie pro en contra die bewering niet is veranderd. Van betrekkelijk recente datum is een aantal extra redenen waarom het label duurder vaker kan en zal opgaan.
Zorgen om complexiteit en kostenexplosie
Directe reden om dit onderwerp ter sprake te brengen is een peiling van een software leverancier onder 750 klanten. De blogpost daarover maakt melding van zorgen over de complexiteit van de bestaande (legacy) processen en applicaties. Dat is al jaren een reden de migratie naar de cloud tegen te houden of in ieder geval af te remmen. De groep die dat argument hanteert maakt deze keer 62 procent van de groep uit.
Vervolgens wordt de draai gemaakt naar de kosten. Deze keer klaagt 74 procent over een “kostenexplosie”. Die koude kermis van een cloud die duurder dan gepland is zal menigeen bekend voorkomen. Gebrek aan real time en compleet overzicht van verbruik wordt heel veel genoemd als toch wel een van de belangrijkste redenen. Natuurlijk is daar software voor en de partij die de opdracht voor de peiling heeft geven levert zoiets.
De cloud paradox
Gebrek aan inzicht is niet het enige dat speelt. Begin dit jaar heeft Forbes weer eens gewezen op de veel voorkomende cloud teleurstelling. Men spreekt over een paradox. Het zou beter en goedkoper worden, maar dat laatste gaat steeds minder vaak op. Is dan de meerwaarde van het beter zijn voldoende om de hogere rekeningen te blijven accepteren?
Er zijn nog twee bekende bronnen als het gaat om het kritisch zijn over de kosten van cloud. Mark Zuckerberg heeft enkele jaren terug aangegeven dat de gewone publieke cloud “too expensive” is. Om zijn bedrijf winstgevend te kunnen laten zijn met een acceptabele ROI is het daarom onafwendbaar van een eigen omgeving gebruik te maken. Dat dit een hyperscale cloudomgeving is weet iedereen. Maar minder bekend is dat die stap dus ook is genomen vanwege de kosten.
Dropbox case
Een andere min of meer bekend voorbeeld van een voormalige grootgebruiker van externe clouddatacenters is Dropbox. Dit bedrijf heeft in de aanloop van de beursnoteringen en daarna nog goed onderbouwd met cijfers uitgelegd dat in andermans cloud staan op termijn gewoon te duur is. Dropbox heeft met eigen datacenters in Amerika de kosten met $75 miljoen over 2 jaar (!) weten te verlagen. Box heeft ook zoiets gedaan, maar de cijfers daarvan zijn niet te vinden.
Verschil doorsnee en grote bedrijven
De kosten zijn dus doorslaggevend voor deze grootgebruikers om uit de publieke cloud van derden te gaan en zelf iets te bouwen en te manangen. Maar die kosten hebben niet te maken met het gebrek aan inzicht of het gebruik van shadow IT. Dat zijn factoren die het cloud gebruik van een “doorsnee bedrijf” fors duurder maken. Waar de hele grote afnemers van cloud capaciteit in ieder geval mee worstelen is dat ze lange termijncontracten moeten tekenen. Dat ontneemt de flexibiliteit en leidt schijnbaar al tot hogere kosten.
Er is echter nog een hele belangrijke factor die de cloud voor deze groep zoveel duurder maakt en waar we weinig over lezen. Compliancy, het naleven van de wetten en regels, is voor dit soort bedrijven een serieuze kostenpost. Eigen clouds in eigen datacenters maakt controle en toezicht veel eenvoudiger. Controle kan niet alleen sneller men kan ook letterlijk alle punten benoemen die van belang zijn en desgewenst snel veranderen. Interne en externe audits zijn daarmee beter, sneller en ook nog eens goedkoper.
(Dat die controlepunten voor grote bedrijven veranderbaar moeten zijn heeft alles te maken met het feit dat ze internationaal opereren en voor CCPA, AVG, HIPAA en dergelijke onder een vergrootglas liggen)